Burning Man: de eerste indrukken

Twee weken ontwaken in België en 3000 kilometer rondrijden doorheen de westkust van Amerika; dat had ik nodig om de eerste woorden op papier te krijgen over wat ik nu juist meegemaakt heb op Burning Man. Te veel impulsen, te veel emoties, te veel alles en dus geen makkie om het absorberen om te zetten in ventileren.

Burning Man is een andere realiteit. Een harde, door stof geteisterde dode plek, tot leven gebracht door 70.000 individuen, klaar om een dikke week in extreme verbondenheid te leven. Maar elk kiest zijn eigen deur of hulpmiddel om die nieuwe realiteit in te stappen. Wetteloosheid, kunst, creativiteit, de vrije liefde, drugs, verkleedpartijen, muziek, roleplay, het sociale, de natuur… Alles kan, niets moet en de intensiteit kies je zelf. Deels toch.

De natuur

Maar gelijk waarom je gekomen bent, wat je er ook doet of wie je ook bent, de natuurelementen overheersen alles. Elke dag blaast er een dikke pak stof door elke millimeter opening en met een beetje pech sta je net middenin de open vlakte. Zichtbaarheid nul, totale desoriëntatie, een scène zo uit Mad Max geplukt. En knaagt het stof niet aan de binnenkant van je longen, dan zorgt de zon wel voor een drooggeschroeide huid. Geen wonder dat hier geen levend organisme leeft, buiten dat zootje ongeregeld dat er tien dagen neerstrijkt.

‘Welcome home’, het zijn de eerste woorden die je hoort wanneer je Black Rock City, de tijdelijke stad opgebouwd uit tenten en mobil homes, binnenrijdt. Een thuis waar totale opname in de community primeert. Waar geld nutteloos is. Waar mensen je zomaar een tas koffie, een wafel of een amulet in de handen stoppen. Maar ook de plek waar mensen proberen af te rekenen met hun kwelgeesten, op allerlei verschillende manieren. Door te vergeten, door teksten te schrijven in de tempel die op het eind zal branden, door te bidden, door zichzelf te uiten zoals zij dat willen.

Als ik er drie momenten moet uitkiezen die Burning Man voor mij typeren dan zijn het deze:

The search for beats

Voor het festival begon had ik gelezen dat Bedouin, een dj-duo, op dinsdag zou draaien op de Mayan Warrior. Een gigantisch, rijdend podium vol boxen, lasers en ander visueel geweld. Maar die ‘kar’ heeft geen vaste plek en mag in Black Rock City geen lawaai maken. Dat moet ie op de deep playa, diep in de woestijn doen. Dus moet je zoeken en volgen.

Met de Belgen die ik ondertussen leren kennen had, speurden we even rond tot we de Mayan Warrior in de verte zagen rijden. Als een troep kleine kinderen reden we het gevaarte achterna en sloten we aan bij het kleine groepje fietsers dat de kar al had gevonden. Uit alle “straatjes” van Black Rock City bleven enthousiaste mensen toestromen om mee de karavaan te volgen richting deep playa. Nu moet je weten dat het er verschrikkelijk donker is en iedereen zijn fiets met zo veel mogelijk lichten doet opmerken. Denk rijdende kerstbomen en visueel spektakel. Het DJ-duo liet ondertussen een heel sobere intro met dikke baslijn los om nog meer volk te lokken. Als waren ze de rattenvangers van Hamelen.

Na een dik kwartier fietsen hield de karavaan halt, midden in de deep playa, ver genoeg van … euhm ja … van alles eigenlijk. Met de kerstboomfietsen werd een grote cirkel gevormd rond de Mayan Warrior en Bedouin lieten hun beats los op een ondertussen uitzinnige massa. Feest tot diep in de nacht.

The search for cereal

Mensen met een ochtendhumeur zien af op Burning Man. Je slaapt er sowieso niet veel en het eerste wat je ziet, ruikt en voelt bij het wakker worden is stof. Grumpy paradise. Maar dan kruip je je fiets op en begin je rond te rijden, op zoek naar een kamp waar ze koffie serveren. Niet vergeten, op Burning Man kan je niets kopen. Geld bestaat er niet. Mensen geven allerlei weg en een babbeltje in ruil is vaak genoeg.

Na wat fietsen langs een hoop blote mensen, vreemde kunstwerken en een zingende zeemeerman (geen typfout), kwam ik bij een kleine, witte tent terecht waarop het woord CEREAL in krakkemikkige letters geschreven stond. Dat zesjarige mensje in mijn ziel kirde van plezier en werd zo gek als een iets minder intelligente puppy die net zijn staart ontdekt heeft toen bleek dat er ook nog eens een dertigtal soorten ontbijgranen in het gamma pronkten. Inclusief ijskoude -reminder: we zitten in de woestijn- melk.

Aan de bar zitten, paar smaken kiezen en mengen, melk erin en happen maar. Geen betere manier om een woestijndag te beginnen. Maar de laag hippie die ik er bovenop kreeg, maakte het plaatje helemaal af. Julian, een oude bebaarde kerel in Hawaii-hemd, stond achter de toog en begon wat te vertellen. Dat hij al dertig jaar vrede probeert te scheppen met ontbijtgranen. Dat Kuifje eigenlijk ook maar een racist is. Dat chocolade en frieten misschien wel een interessante combinatie konden opleveren. Je snapt het, BFF’s op nog geen kwartier tijd. Misschien niet zo zeer door de inhoud, maar door zijn manier van spreken en leven. Traag, met zachtheid, beetje bij beetje.

The search for loneliness

Burning Man kan nogal overweldigend zijn. Heel veel prikkels; veel beweging, kleur en geluid. Wie wil ontsnappen, springt op zijn fiets en trekt de deep playa in, het stuk woestijn rond het tentenkamp. Ik raad iedereen die er ooit belandt ook heel hard aan van het eens in je eentje te doen. Overdag en ‘s avonds.

Toen ik op zoek ging naar wat goede fotomomenten belandde ik overdag midden in een dikke stofstorm. Bijzonder vervreemdend effect aangezien je plots niets meer ziet, op de halve meter personal space rondom je na. Daar sta je dan in witheid. De grond, de hemel, links, rechts, alles wit. Precies of twee grote handen je Rollercoaster Tycoon-gewijs uit de wereld trokken en je ergens in het niets hebben gedropt. Weg oriëntatie, weg connectie met de wereld, totale isolatie. Het enige waar je nog op kan vertrouwen is je intuïtie en gehoor.

Maar ook ‘s nachts raakt de deep playa. Burning Man en al zijn geweld waren me even te veel geworden, dus vluchtte ik het duister in. Enkel een open sterrenhemel, in de verte wat oplichtende fietsen en lichtstralen van kunstwerken. Ver in afstand het dof geluid van de beats. De ondergrond in de Nevada woestijn is bikkelhard, met bitter weinig niveauverschil, dus je kan er zo goed als met je ogen dicht rijden. Alsmaar rechtdoor, zigzaggend, het maakt allemaal niet uit. Geen verkeersborden, geen einddoel, geen nut. Gewoon rijden en genieten van de iets zachtere temperaturen. Je laten wikkelen in de stilte van de nacht.

Foto’s

tjoolaard.be