Overvalmomenten, geen idee of het een woord is. Nee, niet dat ene moment waarop een snoodaard aan de haal ging met je portefeuille of toen je over een trolley in de luchthaven viel. Een overvalmoment is dat ene ogenblik waarop de reis je helemaal overvalt. Waarop je ten volle beseft dat je niet thuis bent, dat je op een vreemde plek zit, dat je iets meemaakt wat je vanuit je zetel nooit zou ervaren. Die seconde van volledige overgave aan het nu. Zoals dat ene moment in Marokko.
Een hele tijd terug vertrok ik voor een stevige reis door Marokko. Op mijn eentje het land ontdekken in al zijn facetten. Van noord naar zuid langs de kust en terug door de bergen. Verhalen genoeg langs de baan, maar dit is het moment dat me meest bijbleef.
Na een stevige meerdaagse solohike in het atlasgebergte was het tijd voor wat bewoonde wereld. Wist ik veel dat ik verkeerd gelopen was en net verder weg van de bewoonde wereld had gestapt. Verdwaald dus. Twaalf jaar geleden was er ook nog geen sprake van een smartphone dus meer dan doorzetten en rantsoeneren zat er niet op. Een stoffige baan naar beneden volgen, leek me het beste plan.
Honger.
Dorst.
Moe.
Op mijn rechterhiel zat een blaar zo groot dat het leek alsof mijn teenslippers air maxen waren en de prachtige natuur om me heen kon geen afleiding meer bieden. Meer dan mokken zat er niet in. Dat ene moment op reis waarop je jezelf afvraagt waarom je niet gewoon in de zetel zit, daar was ik. Zeker toen het begon te schemeren.
Plots stopte een versleten autootje met een Marokkaanse man in naast me. In perfect Frans vertelde hij me dat hij me in de verte had zien lopen en nu kwam kijken of alles wel ok was. Ik deed mijn verhaal en hij vroeg me spontaan mee naar zijn huis. Nu, in de middle of nowhere, bij valavond meegaan met een wildvreemde kerel, in een schamele Opel Cadet, daar ga je wel even over twijfelen. Bedoelt die mens dat hier wel goed? Ben ik nu een makkelijk slachtoffer?
Maar veel opties had ik niet, mijn knieën smeekten om pauze, dus besloot ik met hem mee te gaan. Half uurtje rijden, tot we bij een klein, gezellig boerderijhuisje kwamen. Heel sober, maar mooi ingericht. Grote opdienschalen hingen tegen de muur en overal stond prachtig keramiek. Buiten wat verdwaalde struiken en een geïmproviseerde vuurput.
Zijn vrouw kwam me begroeten. Een oudere dame, duidelijk al wat geleefd en henna op de handen. Of ik honger had. En dadels wou. Met thee. Maar dat ik niet te veel mocht eten want ze ging koken van zodra haar man de kip geslacht had. Geslacht? Dat moet nog gebeuren? Omdat ik hier ben? Gekakel en dan stilte. Ik nipte wat van de overheerlijke thee en luisterde naar de huiselijke geluiden.
We aten een tajine zo lekker als een spaghetti op een katerdag. Nooit heb ik nog een tajine zo lekker gegeten als toen. Zoet en kruidig tegelijk, gesterkt door de kleuren van het tapijt en het knetterende vuur. We bleven bij het vuur zitten, rookten wat van de shisha en praatten over politiek, religie, Marokkanen in België, de mens, over kleuren, de natuur. We lachten, we waren serieus. We vloekten en we hoopten.
Ondertussen was zijn dochtertje erbij gekomen, vijf jaar. Veel schroom had ze niet want ze kwam meteen op mijn schoot zitten, vol fascinatie voor mijn toen nog blonde krullen. Ze gaf me spontaan de naam eisboesjar (of zoiets), Arabisch voor warhoofd of krullenkop. Ik vertelde haar dat ik een zeejongen was en zij een echt bergmeisje. Hoe ik soms zwom in de zee of met een boot ging vissen. Wat me meteen mijn tweede naam van de avond opleverde: abn albahr of zoon van de zee.
Iedereen ging slapen, maar ik bleef nog wat zitten bij het vuur. Even bekomen. En toen besefte ik pas hoe erg mijn eerste reactie was toen de man me meevroeg. Zo wantrouwig, terwijl die persoon me net een van de mooiste momenten uit mijn leven had gegeven. Ik was beschaamd en besliste minstens een beetje van zijn gastvrijheid over te nemen.
De dag erna zette de man me aan een busstation twee uur verder af en in onze toen nog Facebookloze wereld, zeiden we waarschijnlijk voorgoed vaarwel. Hopelijk kennen die drie prachtige mensen nog vele mooie dagen in hun leven. Inshallah.