Brussels Airlines vroeg me in het kader van de Brussels Airlines Reporters Dakar eens helemaal uit te spitten. Samengevat: heel diverse miljoenenstad. Eerst lig je nog wat te ploeteren in de golven, wat later sta je in een drukte van jewelste te pingelen voor kippenbrochetten om uiteindelijk op een zwoel jazzfeest te belanden met Youssou N’Dour. Dakar, de hoofdstad van Senegal, heeft heel wat in de aanbieding, maar het is even zoeken. Eerder kreeg je al een praktische handleiding bij de miljoenenstad, nu meer de to do’s.
Muziek
Overal waar mijn broer en ik liepen, speelde wel ergens een klein krakkemikkig radiootje, een band of wat kinderen op djembes. Senegalezen hebben muziek door hun aderen lopen en Dakar is er de ultieme uitbarsting van. Overal in de stad vind je jazz cafés, dikke clubs en pop-up concerten op afgelegen plekken. Ik kwam er zelfs de Belgen en Fransen tegen van Afrique 3D die op dat moment een project rond videomapping op gebouwen en hiphop lopen hadden. Imposant!
Youssou Ndour heeft er zijn eigen club, de Thiossane, waar hij zelf ook nog geregeld gaat optreden. Andere toppers zijn de Just 4 U, La Patio en Duplex Club. Verwacht vooral live bands en dure drank. Ah ja, uitgaan in Dakar staat gelijk aan een halve modeshow. Iedereen gaat voor fancy en shiny. En misschien ook wat werken aan de fysiek voor je erheen gaat, want ze dansen hard en wild! As it should be.
Surf’s Up
Stonden we daar wat te rusten op een pier, zagen we schone lijnen binnenkomen! Dakar is een surfspot. Koud water, extreem vuil, maar goeie snelheid en redelijke hoogte. De beste spots zijn Yoff, Ngor, Ouakam en aan de Club Med. Er zijn enkele surfshops waar je materiaal kan huren en les kan volgen. Er zit niet zo veel volk in het water en dan nog vooral expats. De local scene moet nog wat groeien.
De klassiekers
Voor een mooi zicht over de stad, ga je best de heuvels Les Mamelles op. Ben je meteen ook in de buurt van het controversiële standbeeld van de Afrikaanse Renaissance. 49 meter hoog, gebouwd door Noord-Korea, gigantisch duur terwijl armoede schering en inslag is en ook de wulpse vormen en weinig verhullende kledij van de vrouw zorgen voor gemor. Je kan trouwens helemaal bovenaan in het standbeeld gaan chillen, maar kost je wel een stevige stuiver.
Mijn absolute favoriet is Medina, een wirwar aan straatjes volgepropt met winkels, marktkraampjes, bedelaars, dieven en straathonden. Ongelooflijk wat ze hier allemaal verkopen. Mensen met claustrofobie blijven misschien beter weg, want het is er druk. Pakkend druk. Overal geduw en getrek, geregeld een onbekende hand die eens aftast wat er in je broekzakken zit en een ondefinieerbare mengeling aan geuren. Mensen naaien er kleren, maken er schoenen, hakken er in grote stukken vlees, verkopen hun groenten en knippen haar. Mag het wat minder, maar toch levendig? Dan ben je beter af rond Place de L’Independence.
Nog rustiger? De tuinen van l’Institut Français zijn wondermooi en bieden wat schaduw als het weer pokkeheet wordt. Er zijn geregeld tentoonstellingen en het is de enige plek waar ik goeie koffie gevonden heb.
Ile de Gorée
De drukte van de stad even beu? Neem dan gewoon de ferry in het zuid-oosten van Dakar richting Ile de Gorée, het voormalige slaveneiland. Kost je 10 euro en een half uur varen, maar in ruil krijg je een hele hoop kleurrijke koloniale huisjes, bloemen a volonté, een pittoresk haventje en enkele leuke plekken om even uit te blazen. Kunstenaars proberen hier hun werk te slijten en House of Slaves vertelt het tragische verhaal van de slavernij. Let wel op voor ‘gidsen’. Spreek op voorhand een prijs af als je er ene wilt en pingel er maar op los! Onze gids had wel wat leuke verhalen, maar uiteindelijk kom je al even ver met een papieren reisgids. Loop ook eens wat weg van de traditionele paadjes.
La Lutte
La Lutte is zowat de nationale sport van Senegal en een absolute must go. Grimmige, intense sfeer terwijl kleerkasten elkaar tegen de grond proberen werken. Maar ik schreef er hier een apart stuk over. Een absoluut hoogtepunt van de Senegal-trip.
Lac Rose
Zonder chauffeur geraak je er moeilijk, maar het is wel het tripje waard. Wij kozen Lac Rose of Lake Retba als laatste stop voor we Dakar helemaal achter ons lieten richting binnenland. Zoals de naam al doet vermoeden, het gigantische meer kleurt roze door algen. Met het juiste zonlicht ben je precies op een grote Fristi aan het varen. Lac Rose is trouwens een zoutmeer, gelijkaardig aan de Dode Zee, dus je kan er gewoon wat gaan dobberen als een kurk. Dieper in het meer graven gastarbeiders kilo’s zout op. Dit is trouwens ook de plek waar de finish van de Paris-Dakar lag. Wie wil kan er nog steeds met jeeps en quads gaan sjeezen.
Foto’s
Brussels Airlines heeft me uitgenodigd om in de voetsporen van Kuifje te treden richting Afrika. Ze sponsorden mijn vliegticket zodat ik voor hen Dakar en omstreken kon gaan verkennen. Een mooi cadeau, waarvoor heel veel dank natuurlijk.
Ze vliegen trouwens dagelijks op Dakar en je vindt al promotickets rond de 500 euro. Een batje gelijk we zeggen, zeker voor het comfort dat ze nog eens bieden!