Bomen zijn de max. Vooral omdat ze altijd blijven staan. Zoals Luuk en Gijs het zeggen; “bomen zijn relax.” Van stenen zou je hetzelfde verwachten, maar dat is dan buiten die in Death Valley (Californië) gerekend. In de overbekende vlakte, waar ook tal van snelheidstesten gehouden worden, bewegen kolossen van stenen helemaal uit zichzelf.
De sporen zijn soms 600 meter lang, sommige lopen evenwijdig met elkaar en andere vormen dan weer allerlei bochtenpatronen. Niemand heeft ze ooit zien bewegen en een echte verklaring is er ook niet. Wetenschappers zoeken nog steeds naar een verklaring en komen met allerlei theorieën voor de dag.
Zou zou onweer en storm een beweegreden kunnen zijn. Maar 600 meter is behoorlijk lang natuurlijk voor een steen van 300 kilo. Daar heb je al serieuze windstoten voor nodig. Volgens een geologenteam van John Reid, gaan de stenen rollen omdat ze dooipatronen volgen. Als de zon schijnt dan dooit het niet overal evenveel; dat verschil in afbrokkelsnelheid zou de rotsen doen opschuiven, volgens Reid. Een combinatie van die verklaringen leek nog het meest plausibel. Hoewel dit natuurlijk ook altijd kan.