Packraften in Spitsbergen, mooi en meedogenloos

Packraften in Spitsbergen, mooi en meedogenloos
Een dagboek van extremen


Captain’s log Day zero – Vliegen en voorbereiden

“This is your captain speaking; we will need to return to Oslo Airport because of a technical error.” – piloot van onze vlucht

Het avontuur begon nog voor we goed en wel voet op Spitsbergen hadden gezet. Een technisch defect eenmaal weg van Oslo stuurde ons alvast terug naar af. We, dat ben ik met zeven goeie vrienden en twee gidsen. Dempsey van Dagboek van een Avonturier en Lisa, een verpleegkundige. Zo ervaren in expedities zijn we alvast niet, maar een eerste tegenslag kon ons alvast niet klissen.

Eens aangekomen in Longyearbyen, de bescheiden toegangspoort tot Svalbard, voelden we de grootsheid en leegte al. Hier eindigt de beschaving en begint het terrein van de natuur. Een terrein dat zich de komende dagen genadeloos en betoverend zou laten gelden. Nog snel wat spullen bijeen scharrelen, een stevige maaltijd, en de kou inademen. Dit zou geen pleziertochtje worden.

Het viel meteen op: polar bear territory. Overal waarschuwingsborden. Posters op de camping, locals die achteloos hun ijsberenverhalen delen alsof het een weerbericht is. Die eerste avond voelden de woorden “ijsberenwacht” nog als een anekdote uit een avonturenroman, maar gewapend met een geweer en vuurpijlen zou het de komende nachten onze ijskoude realiteit worden.

A penny for your thoughts: Terwijl ik mijn slaapzak rechtleg in de middernachtzon, vraag ik me af wat ons drijft om dit te doen? Wat zoeken we, zo ver van huis, midden in de leegte? Misschien een escape, of onszelf nog eens testen buiten die wereld waar alles steeds comfortabeler lijkt. Of misschien is het gewoon nieuwsgierigheid, dat onverzadigbare verlangen om te ontdekken. Maar nu, met het kouwelijk gevloek uit de andere tenten, vraag ik me toch af of we er eigenlijk wel klaar voor zijn.

Weetje: Op Spitsbergen wonen meer ijsberen dan mensen. De schatting is zo’n 3000 ijsberen tegenover slechts 2600 inwoners. Dit maakt het één van de weinige plekken ter wereld waar je echt rekening moet houden met deze machtige roofdieren. Zelfs in Longyearbyen hangt er een bordje bij het verlaten van de stad: “Bewapening aanbevolen buiten de stad”. En op de camping waar we deze nacht slapen, verloor een Nederlander een jaar eerder het leven bij een ijsberenaanval.


Svalbard zeg je?

Svalbard is een ruige en afgelegen eilandengroep in de Noordelijke IJszee, ongeveer halverwege Noorwegen en de Noordpool. De naam betekent “koude kust” in het Oudnoors, en dat is precies wat je kunt verwachten: een Arctisch landschap dat bestaat uit uitgestrekte toendra, scherpe bergtoppen en machtige gletsjers.

De eilandengroep wordt officieel beheerd door Noorwegen, maar het unieke Spitsbergenverdrag (1920) geeft ook andere landen recht om er economische activiteiten uit te voeren. Dit verklaart waarom er zowel Noorse als Russische nederzettingen zijn, waaronder het spookstadje Pyramiden en het actieve mijnstadje Barentsburg.

Met een bevolking van minder dan 3000 mensen is Longyearbyen, de hoofdstad, het kloppende hart van de regio. Toch is menselijke bewoning hier uitzonderlijk; de natuur is baas. Svalbard is de thuishaven van unieke flora en fauna die zich hebben aangepast aan extreme omstandigheden. Bovendien maakt de middernachtzon in de zomer en de poolnacht in de winter het leven hier een bijzondere ervaring.


Captain’s log Day oneGlimlachend de kou in

Gear gecheckt, posities doorgegeven, rafts opgepompt. Met een gezond stressje kijken we naar de overkant van de Adventfjord (4km). Vanaf daar is het echt enkel wij en de wildernis. Onder een schuchter zonnetje beginnen we het peddelen met grote glimlach, er kan zelfs een dansje vanaf. In de verte zien we donkere wolken bijeen kruipen.

Een lunch (noedels) op een keistrandje lukte nog, maar eenmaal terug in het water keert de wind. Dikke wolken trekken over en we strijden tegen een felle noordoosterwind. Tegenwind, tegenstroming, de groep uitgespreid, mijn net geopereerde schouder staat op springen. We raken geen meter vooruit en besluiten te beachen. 

Gelukkig zoet water dichtbij, dus we kamperen op de keien, in de wind. De geplande kampeerplek is nochtans maar enkele kilometers verder. Moeilijke start, de moraal krijgt meteen een knauw. Een lichtpunt is een zwemmende walrus die even dag komt zeggen.

Het besef daalt in dat het voor echt is. Sommigen vragen zich af of dit allemaal wel een goed idee is. Het helpt niet dat de wind ijzig kil briest. Een lichtpunt is een zwemmende walrus die even dag komt zeggen.

A penny for your thoughts: Die avond, terwijl de wind aan onze tent sleurt, daalt het besef in. Dit is voor echt. Ik voel mijn rug, mijn schouders, de koude keien. Dag één en het is al worstelen. Gelukkig sta ik er niet alleen voor. Met een laatste paniekscenario waarin die walrus mijn raft doorboort, val ik in slaap. Geen berenwacht voor ons deze nacht.

Weetje: Groot toilet is in de natuur te doen. Maar het leuke is dat als je 25 jaar later terug naar dezelfde plek gaat, je poopoo er nog ligt. Die bevriest en conserveert en door de permafrost zakt ze niet in de bodem. Spitsbergen ligt dus eigenlijk vol bevroren kak. Shitsbergen.


Captain’s log Day twoHet keerpunt van schoonheid

Er werd gerutteld in de slaapzakken, maar we staan op met de zon. Opkramen, ontbijten, rafts opblazen en hup de zee in. De eerste 3km gaan vlot, maar dan steekt die dekselse wind opnieuw op. We worden zo de zee in geblazen en dobberen bijna achteruit. Beachen was de enige optie.

We bonden onze zware rugzakken vast en besloten een deel van de route te voet af te leggen. Een gouden keuze. Waar de eerste dag nog desolaat en vijandig leek, ontvouwde de Isfjord zich nu als een Tolkieniaans schilderij. Langs zompige bergwanden zagen we rendieren, lunchten we bij kabbelende stroompjes, en maakten we totempalen van rendiergeweien. De natuur diende zich aan als een meesterwerk, weliswaar met scherpe randjes. We hiken onszelf weern op schema en kamperen boven de baai, prachtig zicht over de Isfjord incluis. 

A penny for your thoughts: Hier doe ik het voor. Een pittige hike, in een magisch decor, met een gekke kampeerspot als finish. Je voelt je enorm klein en kwetsbaar, maar tegelijk ook een indringer in dit decor. De moed kruipt alweer wat uit de schoenen, Robin en ik vullen onze berenwacht met het bouwen van een totempaal en rendieren achterna zitten. 

Weetje: je kan echt bijna alles droogvriezen. Gids Dempsey is een expert en verbaast ons (meestal) met zijn gerechtjes. Zelfs garnalen en tomatenblokjes krijgen een beetje vorm en smaak na opwarmen in kokend water. De techniek? Je trekt op lage maar hoog genoege temperatuur alle vocht uit voedingswaren. Later breng je ze ongeveer terug tot leven met kokend water. IJscrème gaat niet, ik vroeg het voor een maat.


Captain’s log Day three – Een droom van ijs

Eindelijk kregen we de wind in onze rug, een welkome bondgenoot die ons de Tempelfjord binnenblies. Ik droom al jaren van een droneshot van mezelve plus walvis, dus misschien is vandaag wel de dag. Laat die beluga’s maar komen. Lunchen doen we op een strandje, de rest van de dag varen we met de wind in de rug. Life can be good (and cold). 

Eenmaal in de monding van de Sassenrivier is het zoeken naar bevaarbare stukken. Dikke pakken ijs beletten ons verder te varen, dus zetten we aan land kamp op. Vlak naast een historische jagershut, die in combinatie met dat vreemde “nachtlicht”, het perfecte shot voor de drone blijkt.

Die berenwachten beginnen we ook onder de knie te krijgen, elk op zijn manier. We lopen wat rond, bouwen een vuurtje met recent hout (aangespoeld hout van voor 1946 is beschermd) en fretten ons vol met koeken. De kou is doenbaar, zeker als de wind wat gaat liggen. De routine begint er wat in te komen, het eten is dik ok, de uno-kaarten worden bovengehaald. 

A penny for your thoughts: Kleine shout-out naar Sea2Summit voor hun fantastische gear. Ik ben sowieso wel een ijsbeertje, maar ik kan het bijna comfortabel noemen. Mijn schouder raakt gewoon aan het peddelen en de zware rugzak. Cool om te zien trouwens hoe sterk de groep is. Peptalks, mopjes, afwassen zonderen mopperen *kuch. Nu die beluga’s nog.

Weetje: Het is illegaal om begraven te worden in Longyearbyen. Door de permafrost blijft een lichaam daar namelijk perfect intact, wat ziektes uit het verleden zou kunnen verspreiden. Als je overlijdt, word je naar het vasteland van Noorwegen gevlogen voor een begrafenis.


Captain’s log Day four – Wandelen naar de gletsjer

We laten de tenten staan en plannen een zijtrip richting de gletsjer aan het einde van de Tempelfjord. De wind is ons gunstig gezind, en met een ontspannen tempo glijden we door het water. Maar zoals steeds komt de wildernis met een onverwachte wending: hoe dichter we bij de gletsjer komen, hoe meer pakijs de doorgang blokkeert. Halverwege moeten we stoppen, want de fjord wordt volledig dichtgedrukt door ijs.

Te voet wagen we ons verder. Het is alsof we op een andere planeet lopen. Het witte landschap wordt afgewisseld met de zwarte schaduwen van de bergen. We slenteren langs verlaten mijnstructuren, spotten een nieuwsgierige poolvos en springen van ijsschots naar ijsschots. Het is moeilijk te geloven dat dit echt is.

De terugweg naar het kamp is minder aangenaam. De wind draait en blaast genadeloos in ons gezicht. Op de peddelslagen voel ik elke vezel in mijn armen, en mijn schouders protesteren bij elke beweging. Te voet langs de kustlijn dan maar. Het kamp staat er gelukkig nog, ook al hebben we duidelijk bezoek gehad van wat rendieren.

A penny for your thoughts: Mijn vingers zijn stijf van het vasthouden van de peddel, en ik merk dat mijn lichaam echt begint af te zien. Dan toch geen twintiger meer. Ik tuur wat verslagen voor me uit, elke witte stip met de verrekijker onderzoekend. De noorderwind snijdt in mijn kaken. Maar gelukkig staat er morgen een dagje hiken op de planning. Dat gaat meestal wat vlotter dan het peddelen.  

Weetje: bij Uno mag je niet eindigen met een zwarte kaart, +2 op +2 mag, +2 op +4 en omgekeerd niet, +4 op +4 wel. Laat het voor eens en eeuwig genoteerd staan. Ah ja, het is blad, steen, schaar, niet schaar, steen, papier.


Captain’s log Day five – Het moeras van Sassendal

We laten de kustlijn achter ons met als doel het Sassendal over te steken. Het lijkt een eenvoudige opdracht op de kaart, maar het landschap leert ons al snel dat niets hier simpel is. Smeltwater blijft door de permafrost aan de oppervlakte, waardoor we ons urenlang kniediep een weg door modder en water ploeteren. Elke stap voelt als een gevecht. Dit is de mentale opdoffer.

We steken doodop in onze rafts twee snelstromende rivieren over, switchen terug naar hike modus en bijten ons tanden stuk op een laatste bergflank. De peptalks blijven wat weg nu. We zoeken mompelend naar een ietwat droge plek voor ons kamp. Tot overmaat van ramp keert de wind, waardoor we er weer kop op inzitten. Het is intern even zoeken naar een sprankel goesting. En droge kousen.

A penny for your thoughts: Zo voelt een breekpunt dus. Dat eindeloze ploeteren ramde erin. Opgeven is sowieso geen optie, maar een goede ziel mocht gerust een pakketje warmte, troost en droge kousen helidroppen. Gek ook hoe weinig ik eigenlijk echt gecapteerd heb van de trek. Verstand op nul. Toch maar wat op letten de volgende dagen, ook al is het afzien, af en toe toch eens genieten van het moment. 

Weetje: Laat me gerust met je weetjes. Allé, eentje dan. Tijdens de Koude Oorlog werd Spitsbergen een interessante plek voor spionage. De combinatie van Russische mijnwerkersnederzettingen en de strategische ligging maakte het een plek waar je nooit wist wie naar je keek. Maar ook vandaag nog zie je Russische invloeden, zoals in het mijnstadje Barentsburg.


Captain’s log Day six – Dieper de bergen in

Opstaan met de zon duwt de miserie van gisteren al wat weg. We trekken dieper het Eskerdal in, richting bergen en sneeuw. Er worden weer debiele moppen gemaakt, de rugzakken beginnen minder te wegen en de gletsjers verderop blinken in de zon. Alleen is de wind opnieuw gedraaid waardoor we … rarara … weer windop lopen.

Hoewel de rugzakken nog steeds zwaar zijn en de wind blijft tegenwerken, voelt de dag minder zwaar. Het uitzicht en de frisse lucht doen wonderen. We lunchen bij een kabbelend stroompje en genieten van het gevoel dat we weer vooruitgang boeken.

Ook al is het hier en daar weer vechten met moerassige stukken, we vlotten goed. Tien stevige kilometers verder, naderen we het Adventdal. De riviertjes staan hoog genoeg, waardoor we morgen wel eens aan een recordtempo zouden kunnen raften. Leuke vooruitzichten die laatste 25km. Met een beetje meeval komen we zelfs een dagje vroeger terug in de “beschaving”.

A penny for your thoughts: Gek hoe vaak de dynamiek in de groep verandert. De één peddelt duidelijk liever dan hiken en omgekeerd. Het is oprapen en opgeraapt worden. Maar elk worstelt er op zijn manier door. Doordat de zon niet ondergaat, begin ik wel alle tijdsbesef te verliezen. Vreemd wat het doet met je koppie.

Weetje: Tijdens de zomer beleeft Spitsbergen 24 uur daglicht (middernachtzon) en 24 uur volledige duisternis in de winter (poolnacht). Het kan behoorlijk verwarrend zijn voor je biologische klok! Vreemd genoeg vinden de locals de constante dag lastiger dan de nacht. Zo wist een local te vertellen dat hij ooit om 4u ‘s nachts aan de schoolpoort stond om zijn zoon op te halen.


Captain’s log Day seven – De rivier als bondgenoot

De zon schijnt, de bergen pronken en we ruiken de finish. Het water is een doolhof van zijarmen en ondiepe stukken, en we moeten continu zoeken naar de beste route.  Het lijkt een rustig dagje te worden, tot een onverwachte landslide Jelle bijna mee de rivier in sleurt. Robin scheurt zijn raft op een scherpe steen, maar gelukkig heeft Lisa een gouden hand voor reparaties. 

Naarmate de rivier breder en dieper wordt, vlotten we sneller. Het landschap lijkt zich voor ons te openen, en hier en daar zien we al tekenen van beschaving. Wanneer de delta te modderig wordt om verder te varen, besluiten we de laatste kilometers naar Longyearbyen te wandelen. Tijdens onze laatste hike beslissen we om de tent en berenwacht in te ruilen voor een echte matras, een douche en een maaltijd die niet tot stand komt met kokend water.

Het is knokken om eerst onder die douche te staan, rondlopen op blote voeten voelde nog nooit zo zalig en yes, een toiletpot. Niet meer balanceren in de wind ergens achter een rots. Mijn rechterhand is kapot van de zonnebrand, maar een bezorgde receptioniste komt al aangehold met flamazine. Arno en ik kijken naar elkaar in het restaurant, terwijl we eindelijk nog eens uit een bord kunnen eten, zittend op een stoel. Blikken die boekdelen spreken. Wat was me dat allemaal?

A penny for your thoughts: het voelt ongelofelijk absurd om terug te zijn. De beschaving, de berichten die binnen stromen, de mensen die ons gek verklaren als we bij klaarlichte nacht op café ons verhaal doen. Het is een mengeling van trots, opluchting, terugkeerdrang, nooit meer en verlangen naar de volgende. Maar ook een zekere melancholie. Naar de vrijheid, het scoutsgevoel, de natuur, het immense.

Weetje: Op Spitsbergen ligt de Global Seed Vault, een enorme opslagplaats met zaden van bijna alle gewassen op aarde. De “doomsday-vault” ligt diep in een berg en moet ervoor zorgen dat de mensheid een tweede kans krijgt na een grote ramp. Door de kou en de permafrost blijven de zaden hier eeuwenlang goed.


Captain’s log Day eight – Terug naar de beschaving

Met een dag voorsprong hebben we tijd om Longyearbyen en haar verhalen te ontdekken. Het museum vertelt over de ruige geschiedenis van Spitsbergen, van de walvisjacht tot de mijnbouw, en we slenteren langs de kleine winkeltjes.

De dapperen sluiten de reis af met een traditionele “Arctic challenge” – een duik in de ijskoude Barentszzee. Het water is onmenselijk koud, maar de adrenaline en het gelach maken het onvergetelijk. Die avond zitten we samen in een warme kroeg, reflecterend op een week vol ontberingen, schoonheid en grappige anekdotes. 

Buiten schijnt de zon.

A penny for your thoughts: het leven op Spitsbergen, en zeker in Longyearbyen is hard. De weeromstandigheden, het desolate, de natuur, het gevaar. Wie hier komt wonen, voelt zich elders niet thuis. De locals zijn goedlachs, argwanend, maar nieuwsgierig. Hun verhalen zijn knettergek, hun dapperheid nog meer. Dat kluizenaarsbestaan spreekt ergens wel aan.

Weetje: De inwoners van Spitsbergen hebben een strikt alcoholrantsoen trouwens. Dit gaat terug naar de mijnwerkersdagen, toen alcoholmisbruik een groot probleem was. Inwoners mogen bijvoorbeeld slechts een bepaalde hoeveelheid bier of sterke drank per maand kopen. Toeristen daarentegen kunnen ongeremd drinken, zolang ze (veel) betalen.


Slotreflectie – Svalbard, mooi en meedogenloos

Wat een intens avontuur! Svalbard vergeet niet, Svalbard vergeeft niet. Zeven dagen lang werden we tussen verbazing, ontzag, angst en afzien geslingerd. Het was intern bleiten en opgeraapt worden door je maten. Het was lachen uit miserie en huilen van het lachen. 

Een plek die niet alleen inspireert maar ook confronteert. 

Het was jezelf tegenkomen, je vrienden anders zien, beseffen dat het met weinig ook kan en dat we toch echt wel voor ons planeetje moeten zorgen. We zagen terug getrokken gletsjers, broze eco-systemen en vooral een pracht die niet mag verdwijnen.

Vreemd ook om de zon acht dagen lang niet te zien ondergaan. De constante dag doet wel wat met je koppie. Acht dagen geen bereik op je telefoon is dan weer een echte aanrader. Full focus op de omgeving en de beleving.

Svalbard, je was mooi. Svalbard, je was meedogenloos. 

Merci.

tjoolaard.be