Hostels zien er uiteindelijk overal op de wereld wat hetzelfde uit. Allé de slaapzalen toch. Stapelbedden en smalle matrasjes, die meestal al goed doorlegen zijn. Doet me denken aan een gek verhaal in een Brusselse Hostel. De naam weet ik niet meer, maar het was niet ver van de Beurs. Er was die avond een Jong Tuig en aangezien ik de dag erop redelijk vroeg in Brussel moest zijn, bleef ik slapen in een hostel. Niets memorabel, tot ik in het smalle stapelbed kroop, onderaan. Boven me lag een naar alcohol ruikende dikkerd luid te snurken. En met luid bedoel ik zo luid dat Joke Schauvliege er een wet voor zou uitschrijven. Zo luid dat mijn oordoppen zelf oordoppen instaken. Soit, ik gaf een subtiel duwtje tegen het bed waardoor de man even ophield met ronken. Vijf minuten lag ik neer in het bed tot er plots voor mijn ogen een zwarte schim naar beneden viel en met een dikke smak tegen de grond kwakte. Blijkbaar was het bed toch wat te smal voor de dronkaard en was hij eruit gerold. Grappig, dat zeker, tot hij nogal luid begon te kermen. Toen ik het licht aanstak, werd ook duidelijk waarom. Zijn pols stond in een nogal bizarre houding ten opzichte van de rest van zijn arm, dus zat er niets anders op dan een ambulance te bellen. En mijn nachtrust zo goed als op te geven. Maar wel een avontuur natuurlijk.