“Deze jongen zijn vader zit in de gevangenis. En deze ook. Deze zijn pa is vermoord. Door de vader van deze jongen.” Een oud-gangster met de bijnaam Calabaso toont me een foto van een voetbalploegje uit de wijk Egipto, zowat de gevaarlijkste wijk van Bogota. Via voetbal proberen ze figuurlijke bruggen te bouwen tussen de wijken onderling om zo het exhuberante geweld en de criminaliteit een halt toe te roepen.
Egipto draagt een donkere geschiedenis mee. Aanslagen op politiekantoren, afrekeningen gelinkt aan drugs, drive-by shootings met zwaar geschut, raids door het leger, prostitutie. En ook vandaag toon je er beter je gezicht niet. Calabaso zegt het bijna schertsend: “vreemdelingen of mensen van een andere wijk, die hebben 150% kans om overvallen te worden.”
Sympathieke gangsters
Calabaso en zijn kompaan Pato leiden ons rond in de wijk, de enige manier om hier niet met een mes tussen de ribben te eindigen. Ook al hebben de twee bloed aan de handen, ze komen vreemd genoeg heel sympathiek over. Twee kornuiten die constant met elkaar en met ons dollen, lachen met de regering, de kinderen langs de straat aanmanen om naar school terug te keren. Met veel trots tonen ze de street art, vertellen ze over hun gangsterleven en hoe ze nu via rondleidingen en voetbal proberen ontsnappen aan de criminaliteit. De baggy broek, baseballpet en sneakers, die houden ze.
Overal lopen honden vrolijk mee, kinderen vragen snoepjes en de supermarkt is een felgekleurde barak vol kogelgaten. Op het eerste zicht lijkt het een aangename wijk, maar wie nieuwsbeelden opzoekt op YouTube begrijpt plots dat dit het decor van verdriet, pijn en wraak is.
Hun verhalen grijpen naar de keel. Pato toont aan een pleintje met veel handgebaren hoe zijn vader daar neergeschoten werd. Hoe hij als veertienjarige een wapen ging kopen op de zwarte markt om af te rekenen met de moordenaar, maar zelf zes kogels in het lijf kreeg. De littekens als bewijs, de tatoeages als aandenken. Elke persoon die we tegenkomen heeft iets soortgelijks te vertellen. Stuk voor stuk aangename mensen, maar het blijft dubbel. Dit waren of zijn ook criminelen.
Het mooiste zicht
Calabaso toont met heel veel trots zijn barakje. Een schamel hutje gemaakt uit golfplaten en stenen. De hond en kat laten hun geur na, overal hangen kleurrijke schilderijen van cartoonfiguren en in de hoek ligt een van zijn kinderen te slapen. Buiten heeft de Colombiaan een balkonnetje en hij gaat er praat op dat hij het mooiste zicht van heel Colombia heeft. Als we door zijn raampje kijken, zien we inderdaad Bogota beneden in de vallei blinken, helemaal omsingeld door groen.
Colombia heeft zijn reputatie soms wat tegen. Tussen al de natuurpracht en de salsa’s door kent het land ook heel wat kommer en kwel. Bloederige oorlogen met de FARC-rebellen, twisten met de buurlanden en een lange geschiedenis van drugsgerelateerde criminaliteit. Doe daar nog armoede bovenop en je hebt een voedingsbodem voor nog meer criminaliteit in Colombia. Maar meer en meer zie je lokale initiatieven om aan die spiraal te ontsnappen.
Breaking Borders, de vzw van Calabaso en Pato, is zo een initiatief. Ze willen mensen een andere uitweg geven, ze verbinden met elkaar en de kracht van opleiding en toerisme tonen. Beetje bij beetje hopen ze zo van Egipto eerst en vooral een veilige maar daarnaast ook vooral een levendige wijk te maken.
Zij die vergeten zijn door onze maatschappij zoeken constant naar een ontsnappingsroute. Via geweld, criminele praktijken en een bittere overlevingsstrijd. Maar af en toe durven ze ook alternatieve routes inslaan. Toerisme bijvoorbeeld. Aan ons om hen daarin te volgen. Om de makkelijke routes te durven verlaten, ook naar de andere kant van de medaille te kijken en hun verhalen te aanhoren.
Foto’s