Om de reis af te sluiten besloten we drie nachten in Akko te slapen. Even niet meer tjoolen maar alles op het gemak ontdekken. Overal de tijd voor nemen. En dan is Akko the place to be. Ook deze stad bestaat uit een oud en een nieuw gedeelte, met dit verschil dat binnen de oude stadsmuren zo goed als alles arabisch is en alles er buiten joods. We sliepen in het Akko Gate Hostel bij Walid, een ex-discotheekuitbater met een harley, wapen in de kast, zoon in het buitenland en een voorliefde voor lange gesprekken over alles en niets.
Buiten het oude stadsgedeelte is niet zo veel te zien, op de Bahai’tuinen en een viaduct na dan. Ook de stranden liggen buiten de muren, maar zijn niet zo toegankelijk. Pas toen we ver genoeg gestapt en afgezonderd waren, kon Joke op haar gemak het water in. Veel bekijks en commentaar anders.
Akko kent een enorm rijke geschiedenis, vol oorlogen, kruistochten, tijden van vrede, verschillende bezetters, etc. Iedereen is er wel eens gepasseerd. De Grieken, Romeinen, Byzantijnen, Saladin, Ottomanen, Richard Leeuwenhart en zijn kruisvaarders, Marco Polo, Napoleon en de Britten. Ah ja en wij natuurlijk. En dat zie je ook in de gebouwen en tunnels. Ja, tunnels. Onder de stad loopt een netwerk van smalle gangen, die als vluchtwegen en smokkelroutes gebruikt werden. Best wel indrukwekkend om eens door te lopen.
Groot is de stad niet, dus kan je vlot alles op twee dagen doen, zonder je echt te moeten haasten. Het oude gedeelte is wondermooi en echt wel gezellig. Even een ommetje op de stadsmuren en genieten van een zonsondergang boven zee en de oude haven. Waar nog op ambachtelijke wijze gevist wordt trouwens. Oud en jong halen er bijzonder gedreven de netten op, zetten aan en komen terug met emmers vol vis. No need to say dat de visrestaurants er bijzonder goed zijn. Beetje verder wordt de vis verkocht in een overgezellige soukh. Leuke aan Akko is dat er veel werk wordt gestoken in het tonen van de geschiedenis, maar dat niet de toerist maar de stadsgeest daarbij centraal gesteld wordt. Geen souvenirsstalletjes, veel woningen, respect voor het echte leven, …
Voor de ridders onder ons is de oude burcht een topper. Prachtig geconserveerde zalen en zuilen en een interessante audiogids vol coole verhalen. Gek genoeg werd er bovenop de burcht een gevangenis geplaatst. Onder Brits mandaat werd die volgepropt met politieke gevangenen, waaronder Ze’ev Jabotinsky, de bezieler van het revisionistisch zionisme. In 1947 brak de Irgun, een groepering van gewapende activisten, binnen in de gevangenis om er een heel pak gevangenen te bevrijden. Vandaag is de gevangenis een schitterend museum waar ze je de geschiedenis opnieuw laten beleven via video, ijzeren standbeelden en verhalen.
Akko komt ‘s avonds trouwens echt tot leven. Er rijden overal paardenkoetsen, voorzien van enorme boxen, die en plein volume de meest marginale muziek de stad inknallen. Bizar tafereel, zeker als er nog eens een hele hoop feestelijk geklede vrouwen op zitten. Met een beetje geluk is er tijdens je verblijf ook een trouwfeest. Twee dagen boefen, dansen en zingen. Interessant om zien. Jammer genoeg is de stad ‘s nachts niet zo veilig, naar het schijnt. Terwijl we er rond liepen kwamen we naast een losgebroken paard ook wat snuivende junks tegen en vertelde één van onze nieuwe maten daar dat er die nacht twee dealers doodgestoken waren.
Tips
- Blijf er zeker een nacht slapen. Speciale sfeer ‘s avonds.
- Combitickets kopen voor de musea. Komt goedkoper uit.
- Boottocht rond de stad.
- Notenkoeken, baklava en hummus!
- Cafè Neto voor heerlijk ontbijt en deftige koffie.
- Ijssalon Dokter Lek, what’s in a name en baklava-ijs bestellen. Loodzwaar maar overheerlijk.
- Eten in Uri Buri en het restaurant boven de Abu Christo (naam ontsnapt me even).