In de achteruitkijkspiegel zie ik hoe we achtervolgd worden door een dikke, dreigende stofwolk. Wie ons nu moet kruisen, die rijdt dwars door een seconde niets zien. De Namibische woestijnwegen zijn onverbeterlijk maar onze Toyota doet z’n bijnaam ‘the Beast’ alle eer aan; hij vreet stof, stenen en kilometers als kleine amuse-gueules.
Namibië is gemaakt om te roadtrippen. Rijden van camping naar camping met een tent op het dak, knallen door de woestijn, wondermooie bergpassen of de kustlijn afschuimen. Gek hoe vaak het landschap verandert tussen de stops door. Je peert langs kilometers woestijn, stofpluimpje inbegrepen en een paar uur later rij je bovenop duizenden heuvelkoppen. De ellenlange grindwegen kronkelen tussen de enorme rotspartijen door, om aan de horizon in het uitgestrekte niets te verdwijnen. Roestbruin vervaagt in zacht korengeel, subtiel groen maakt plaats voor het glooien van de zonsondergang.
Meer dan 2000 kilometer was het wij en the Beast. Wij en Namibië. En vaak ook niet meer dan dat. Rijden door het Afrikaanse land is rijden door eenzaamheid. Door leegte. Door lang in je eigen gedachten verzinken, zes keer dezelfde playlist en plots opschrikken van overstekende bavianen of springbokken. Maar het is ook je ogen op de baan houden, aandachtig speuren naar afgebroken rotsbrokken en een glijdend achterste op de weg houden. Dat van de wagen weliswaar, met dat van ons erin.
Ongetwijfeld hoogtepunt was de self-drive door safaripark Etosha. Tussen zonsopgang en -ondergang mag je zelf vanuit je wagen op zoek naar the big 5 en hun vrienden. Kicken als er plots op 5 meter van je wagen een hele kudde olifanten oversteekt. Of als de weg onder water staat en je geen andere optie hebt dan the Beast een slokje te gunnen.
Enkele roadtrip tips
* Ik huurde mijn wagen via Sunny Cars, aangezien zij een full-option service pakket aanbieden. Geen overbodige luxe, want de wegen in Namibië zijn vaak van bedenkelijke staat. Huur dus zeker een hoger model en als het kan een 4×4. Met het all-in pakket ben je meteen ook voor zo goed als alles verzekerd, inclusief klapbanden.
* Namibië is berucht om die klapbanden trouwens en daar kunnen wij van meespreken. Op weg naar Etosha begaf ons linkerachterband het, gelukkig zonder veel erg. De wegen zitten vol putten, hier en daar stenen op de weg en de hitte natuurlijk. Zorg dus zeker dat je een reservewiel meehebt, let op je snelheid en vergeet je bandenspanning niet aan te passen aan het type wegen. Rijden in het donker wordt afgeraden omdat je de stenen amper ziet liggen, maar ook omdat de meeste dieren dan pas actief worden.
* We hoorden rampscenario’s van andere reizigers die tot 5 lekke banden op een hele reis hadden. Op voorhand eens YouTuben hoe je een band vervangt is dus geen overbodige luxe. Sunny Cars schreef hier een overzichtje van wat je moet doen als je huurwagen een lekke band heeft.
* Een niet zo onbelangrijke tip is zo veel mogelijk tanken. Namibië is bijzonder leeg, zeker in het zuiden, dus je wil er niet zonder benzine vallen. Tanken waar je kan, is de boodschap. Hou ook altijd wat cash op zak want ze aanvaarden niet overal kaarten. Met deze 5 tips bespaar je trouwens op je tankkosten, want zuipen doen die dikke bakken wel.
* Niet onbelangrijk, in Namibië rijden ze links. Dus het ronde punt rijd je de andere kant op en rechts afdraaien betekent een grote bocht nemen. Wie de straat oversteekt, kijkt ook best eerst naar rechts.
* Heel wat mensen huren een 4×4 met tent op het dak. De campings zijn een stuk goedkoper dan de lodges, dus je spaart al snel een cent uit. Zeker als je met 4 bent, komt het voordeliger uit. En het is gewoon ook wijs om te doen.
* In Sossusvlei en Skeleton Coast kan je echte 4×4-trails rijden, door het mul zand. Los je banden wel een beetje, anders zak je zo door de grond, ook van schaamte, en zit je vast. Vergeet ze achteraf niet opnieuw op te pompen als je terugkeert naar de verharde weg. Minder kans op een lekke band.