Vroeger op bosklassen was er een klasgenoot die mieren at. Vonden wij toch maar iets gek. Maar eigenlijk was dien mens gewoon een trendsetter. Insecten eten is tegenwoordig redelijk hip. Ook in China, maar China zou China niet zijn als ze net dat stapje verder niet gingen.
Ondertussen toch al heel wat bizarre gerechten op mijn conto staan. Van gebakken hamster tot krekels, naar schildpaddeneieren en rattengehakt. Maar wat je in China soms voorgeschoteld krijgt is next level. Zeker op de Donghuamen night market van Peking. Legendes alom over die plek dus besloot ik Ismi, een Israëli die ik leren kennen had in de hostel, mee te nemen om het allemaal eens te gaan proeven. Een verslag.
Eigenlijk is Donghuamen vooral een normale, bijzonder gezellige foodie markt. Alle Chinese specialiteiten liggen er en als je fan bent van street food, dan is dit de place to be. Wel klein beetje opletten met wat je eet, je darmen zullen je dankbaar zijn. Maar naast de kippenbrochettes en lychee-yoghurt hebben ze ook een uitgebreid assortiment bizarrigheden.
Meelwormen: Basic stuff dit. Freaky food voor beginners eigenlijk. Smaakt naar pinda’s, redelijk poederig in de mond en in gehakte vorm kan je er zelfs hamburgers van maken. Een opwarmertje.
Schorpioenen: Twee keuzes hier. Kleine schorpioentjes die levend op een stokje in het frietvet gedompeld worden of grote zwarte keizerschorpioenen. De kleintjes smaken naar krokante garnalen, terwijl de grote vooral naar schelp neigen. Weinig smaak, buiten de satékruiden dan. Geeft wel stoere foto’s natuurlijk.
Cicadas: Cicadas zijn gigantische sprinkhanen en smaken gebakken redelijk zoet. Nog steeds een krokante bijt, maar binnenin al iets meer mushy. Beetje gelijk een mellowcake, maar dan anders. Met vleugels en zo.
Gefrituurde spinnen: Ok vanaf hier begint het zo wat uitdagender te worden. Ismi en mezelve moesten toch al wat meer ons best doen om nog vlot te blijven knabbelen. Zeker als je zo’n harig pootje tussen je tanden voelt zitten. Het lichaampje zelf was een beetje slimey maar eigenlijk niet slecht van smaak. Moeilijk te definiëren of te vergelijken met iets anders, maar als je per sé wil, pakt dan opnieuw garnalen.
Zeesterren: Nooit gedacht dat die dingen eetbaar zijn. En eigenlijk nog altijd geen idee of dat wel effectief zo is. Vree bizar om in je mond te steken. Precies een krokante marshmallow, maar dan vree gezouten. Helemaal mijn ding niet. Hou dit maar om zeemeerminnen zedelijk te houden.
Zeepaardjes: Kon net zo goed zeekauwgom genoemd worden. Taai, beetje gelijk droogvis en ook even zout.
Duizendpoten: Maar Niel, dit valt toch gewoon onder de categorie krekels en zo? HEB JE DA BEEST AL GEZIEN? ‘t Is gelijk een slang met duizend poten en killer scharen op het einde. Als ik één beest echt vies vind, dan is het wel de duizendpoot. Creepy crawlers. En ook gefrituurd blijven het gortige beesten. Krokant en smaakloos. En veel te veel pootjes die overal in je mond rondvliegen. Beetje gelijk ongekookte spaghetti eten maar dan met het besef dat je eigenlijk nature’s ugliest aan’t boefen bent.
Slangen: Slang had ik al gegeten in Peru maar deze waren van een ander kaliber omdat ze er zo klein en vinnig uitzagen. En misschien ook wel omdat ze er nog echt als slang uitzagen. Smaakt een beetje naar kip, maar wel met de nodige fantasie.
Vleermuizen: Dit was de brug te ver. Die dingen werden opengesperd in het frietvet gedompeld, met de kop en vleugels er nog aan. Zowat alles in mijn lichaam weigerde, Ismi haalde er het niet koosjer-argument bij en ik zag vooral mijn eventuele toekomst als the Batman gefnuikt.
Schapenpenis: No. Just no.
Toch ook maar even zeggen dat Chinezen dit eigenlijk amper eten en het vooral voor toeristen gedaan wordt. Hier en daar wordt het gebruikt in traditionele geneeskunde en sommige vreemde dieren eten zou helpen bij je potentie en die dingen, maar ‘t is niet iets wat je in de kantine op je werk gaat krijgen. De markt wordt vooral bezocht om alle andere en gewonere delicatessen. En voor de gezelligheid.
En wat met die honden?
Hond staat hier en daar in Azië en China nog op de menukaart. Vooral iets dat bijzonder populair was in het verleden, maar nu nog steeds hier en daar voorkomt. De nieuwe generatie is er meestal geen fan van onder Westerse impuls, maar, vooral in het zuiden dan, kan je het voorgeschoteld krijgen. Als deel van een traditie maar ook in de dagelijkse keuken. Ook kat trouwens. Maar hond eten zit alleszins in een dalende lijn. Pas toch een beetje op als je naar bepaalde voedselmarkten gaat, want hier en daar kan je wel eens een gevilde hond zien hangen. Staat meestal wel in de reisgids indien zo.
En naar wat smaakt het? Goh, moeilijk. Ik kreeg het voorgeschoteld in een soep, dus het smaakte vooral naar bouillon en kip. En ik wist ook niet op voorhand dat ik hond aan het eten was. Ook al worden ze speciaal voor consumptie gekweekt, mentaal is het toch een stap te ver.