Wat een glorierijke dag vol voetbalavontuur had moeten worden, draaide even helemaal anders uit. Nochtans begon het allemaal goed. Op tijd uit mijn bed geraakt, een wandelingetje naar Andrew en samen naar de bakker om koeken voor de rest. Rap nog een koffietje in Café Flandria en dan hup, de bus op richting Londen. Met de supportersclub van Chelsea. Gekke bende. Van overal komen ze. En elk met zijn eigen ding bezig. Eigenlijk hebben ze maar één iets gemeenschappelijk en dat is liefde voor Chelsea. Ah en ze kunnen ‘s morgen om negen uur al pinten drinken.

Lachen, krant lezen, beetje vertellen, medereizigers observeren, grinniken met hun capriolen en bij de boarding voor de Chunnel plots verbleken. Mijn identiteitskaart ligt nog thuis. Had ik uitgehaald om een pakketje bij de post te kunnen halen. Stress. Maar ik heb mijn rijbewijs bij! En een kopie van mijn identiteitskaart op mijn telefoon! En mijn haar ligt goed vandaag, dus misschien geraak ik toch voorbij de douane. Niet dus. De Britse dames zijn niet te vermurwen. Geen identiteitskaart is geen toegang. Meer nog, ik mag in de gang zitten wachten op de gendarmerie voor verhoor.

De gang waar iedereen die wel langs de douane passeert je ook ziet zitten. Priemende blikken. Ik zag en hoorde al die passanten al denken: “Zeker een drugsdealer.” Of “ha zal je leren jij vuile sans-papiers, ga toch terug naar je land.” Maar misschien ook wel “milledju waar is het toilet hier ergens?”

Het cachot

Half uurtje wachten op de gendarmerie en dan samen met een andere kerel mee naar het bureau. Niet de meest vriendelijke mensen, die Franse politieagenten, maar een vriendelijke Fransman vinden is sowieso al geen sinecure. ‘t Is gelijk dat plastic van rond een nieuwe DVD aftrekken, je moet echt je best doen. Geen plek om eens een “ho ho ho baguette” uit te halen. Blijkt dan nog eens dat mijn lotgenoot het land niet in mocht omdat hij met een strafblad zit. In afwachting van het verhoor steken ze ons dan maar gezellig samen in het cachot, een kleine witte kamer met twee houten banken in.

Mijn compagnon kwam uit Polen. Had in Engeland in de gevangenis gezeten voor vandalisme en cannabisgebruik. En daarna hadden ze hem gewoon op de bus naar Polen gezet. Maar nu wou hij terugkeren om werk te vinden. Ondanks een verbod en langs een route waarbij iedereen sowieso altijd gecontroleerd wordt. Niet de slimste kerel dus. Ook geen geduldige mens blijkbaar, want na nog geen vijf minuten begon hij met zijn gladgeschoren kopje zenuwachtig te ijsberen door de cel. Iedere keer een agent voorbij kwam, ging hij polsen hoe lang we daar nog moesten zitten. Niet echt bevorderlijk voor de goede samenwerking natuurlijk.

Maar zijn gezaag hielp en hij mocht, na een uur wachten, als eerste binnen. Zat ik daar in mijn eentje. Koud, honger en dorst. En vooral saai. Beter nog snel die krant meegegritst vanop de bus. Na nog maar eens een uur nietsen, was het dan eindelijk mijn beurt. Een dametje liet me aan een tafel zitten en haspelde de obligatoire vragen af. Of ik Frans sprak? Waarom ik geen identiteitskaart bij had? Of ik vandaag nog eens ging proberen om naar Engeland te gaan? Wat mijn plannen waren daar? En zo voort. Na een half uur hadden ze ook wel door dat ik gewoon een vergeetkop ben en dus mocht ik nog wat gaan wachten in het cachot.

Freedom!

Mijn Poolse homey was intussen in slaap gevallen op de bank. Zijn Lonsdale-polo half uit de broek, witte puma’s op zijn kabas. Nog eens een uur later werden we dan naar een poort begeleid en op Franse bodem gezet. Met een gratis trek-je-plan als extraatje. Sta je daar. Even zoeken naar een bushalte, de Pool zijn busticket betalen want dien mens had alleen Pools geld op zak en dan naar Calais centrum rijden. Vandaar dan de trein naar Rijsel en zo terug naar Gent. Totale reistijd; vijf uur. En dan thuiskomen en ontdekken dat je kat is weggelopen. Baaldagje dus.

Nu ja, het kon nog altijd erger natuurlijk. Geen flauw idee wat er van de Pool is gekomen. Hij wist met moeite zelf wat te doen. Stond hij daar in ergens in Frankrijk, met enkel Pools geld en een strafblad op zak. Ah ja, en ik heb Calais nog eens kunnen bezoeken natuurlijk.

calais

 

tjoolaard.be